DROPSPOT: DROnes voor SPecifiek spuiten Op Taakkaart

Programmaperiode
Projecten GLB Strategisch Plan (programmaperiode 2023 - 2027) en Europese projecten
Maatregel
LEADER - reguliere projecten
Thema
Innovatieve en duurzame lokale landbouwproductie en -afzet, en valorisatie van biomassaresten
Provincie
West-Vlaanderen
Lokale Actiegroep
Westhoek
Beginjaar
2024
Projectkost
€21.256,00
Promotor
Inagro, provinciaal extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm
Periode
-
Situering

De Europese Unie zette de afgelopen jaren de omslag naar een duurzamere manier van produceren in. Eén van de speerpunten is een verdere reductie van chemische gewasbescherming. Dit betekent op vandaag dat er steeds minder pesticiden beschikbaar zijn als gevolg van intrekking van de actieve stoffen en/of de reductie van de toegelaten dosis per hectare. Een klassieke chemische onkruidbestrijding wordt hierdoor zeer moeilijk omdat er binnen de erkenning niet genoeg middelen aan voorhanden zijn om het onkruid te bestrijden. Steeds meer landbouwers en adviseurs lopen dus tegen de moeilijkheden aan om percelen onkruidvrij te houden en stellen de vraag naar meer plaats specifieke toepassingen om gericht onkruid aan te pakken om de problemen op te lossen.
Mechanische onkruidbestrijding wordt soms als alternatief naar voor geschoven maar de investeringskost daarvan ligt hoog en het rendement per hectare is laag. Daarnaast vraagt dit veel meer arbeidsuren per ha en die zijn niet beschikbaar.
De boerenprotesten van eind januari 2024 maken pijnlijk duidelijk dat de omslag naar meer duurzaamheid niet eenvoudig is en de rendabiliteit hypothekeert.

Steeds meer landbouwers zien wel in dat een duurzamere gewasbescherming beter is voor omgeving, milieu én gewas. Het bewijs hiervoor zien we in de stijgende vraag van landbouwers naar oplossingen voor plaats specifieke toepassingen om de hoeveelheid herbicide te reduceren. Samen met hun adviseurs willen zij vooral oplossingen vinden om het onkruid te beheersen op een betaalbare manier. Uit eerdere testen blijkt dat met precisie toepassingen de hoeveelheid gewasbeschermingsmiddel per hectare sterk daalt (tot 90% reductie) wat resulteert in een lagere input van middelen, een lagere belasting van de omgeving en een verbetering van de waterkwaliteit. Zeker in het projectgebied Leader Westhoek is dit een aandachtspunt. Het feit dat een groot deel van het gebied ook drinkwaterwingebied is maakt de urgentie tot een verbetering van waterkwaliteit nog groter. Er zijn dus heel wat zaken die pleiten voor een plaats specifieke toepassing van herbiciden die winst opleveren voor milieu, gewas én de landbouwer.

De moderne spuitmachines zijn tegenwoordig in staat om per dop of per sectie aangestuurd te worden waardoor plaats specifieke bespuitingen mogelijk zijn. Daarnaast zijn er intussen camera’s en AI-gebaseerde algoritmes beschikbaar die onkruiden kunnen herkennen en die als te bespuiten zone kunnen aanduiden op een zogenaamde taakkaart. In dit project willen we inzetten op het maken van camerabeelden met een drone. Die heeft als voordeel dat er heel wat oppervlakte op korte tijd kan gescand worden, de beelden kunnen gedetailleerd verwerkt worden tot een taakkaart én de toepasser weet hierdoor exact hoeveel spuitoplossing hij moet aanmaken om alles te spuiten en heeft geen overschot. Als die kaart ingelezen wordt in een geschikt spuittoestel worden de spuitdoppen aan of uitgeschakeld indien die specifieke zone moet behandeld worden.

Oplossingen waarbij camera’s rechtstreeks op het spuittoestel staan, zijn in principe mogelijk maar hebben als nadelen dat de kwaliteit van de beelden niet altijd goed genoeg is door wisselende weersomstandigheden (zon/bewolkt, droog/nat), dit systeem extra veel rekenkracht vraagt, dat de landbouwer niet weet hoeveel spuitoplossing hij moet aanmaken en dus mogelijk teveel spuitoplossing heeft of dat de werkbreedte heel beperkt is waardoor de rendabiliteit per ha afneemt.

Het lijkt er dus op dat de cirkel rond is maar in praktijk is dit helaas nog niet het geval. Er zijn in de hele cyclus nog enkele bottlenecks die we met dit project willen wegwerken.

Doelstellingen

Met plaats specifieke toepassingen willen we het totale verbruik van fytomiddelen reduceren. Door minder en gerichter te spuiten, draagt dit bij aan een betere waterkwaliteit doordat er minder afspoeling of puntvervuiling optreedt. Het draagt ook bij aan een doordachter gebruik van pesticiden. Om het project te doen slagen detecteerden we volgende deeldoelstellingen.

  1. spotspraying een gangbare en te overwegen praktijk maken in het projectgebied:
    Met de sensibilisatie acties willen we de landbouwers uit het projectgebied informeren en motiveren om het gebruik van precisie toepassingen te overwegen in hun onkruidbestrijdingsplan. We willen hen graag overtuigen dat spot spraying de rendabiliteit van hun gewassen niet in gevaar brengt want de onkruidbestrijding moet nog steeds volledig zijn. Door spot spraying kan de rendabiliteit zelfs stijgen want waar niet gespoten wordt, treedt geen groeiremming op van de teelt. Dat landbouwers door een verminderd gebruik bijdragen aan een betere omgevings- en waterkwaliteit is een niet te onderschatten neveneffect, zeker in de regio Westhoek.  
  2. dronepiloten opleiden en installeren om dronebeelden te maken
    Geschikte dronepiloten zijn noodzakelijk om snel en efficiënt beeldmateriaal aan te leveren voor taakkaarten. Door hierin te differentiëren willen we beter de geschikte profielen in beeld brengen en van elk profiel de kansen/moeilijkheden duidelijk maken.
    2.1) Loonsproeiers: een loonsproeier komt regelmatig op hetzelfde perceel en kan als nevenactiviteit dronevluchten aanbieden. Hij kent de regio, het perceel en de landbouwer en heeft daarenboven veel landbouwkundige kennis om het juiste moment van een dronevlucht in te schatten. De grootste uitdaging bij de loonsproeiers is tijd. In een heel druk seizoen zal het de uitdaging zijn om ook de beeldvorming in hun takenpakket op te nemen. 
    2.2) Adviseurs: Landbouwadviseurs komen in het voorjaar op de landbouwer zijn percelen om te kijken naar de aangewezen onkruidflora en een aangepast spuitschema te adviseren. Zij kennen dus de percelen en onkruiddruk zeer goed en zijn prima geplaatst om in te schatten of een plaatsspecifieke toepassing nuttig kan zijn. Terwijl zij dan naar de velden gaan kijken kunnen ze ook een dronevlucht uitvoeren als extra service aan de landbouwer. Ze kunnen daarmee bijzonder kort op de bal spelen.
    2.3) Beroepsmatige dronepiloten: In de voorstudie in voorbereiding van dit project blijkt deze categorie (nog) niet voldoende geïnteresseerd in de taakkaarten. Ze schatten in dat ze niet flexibel genoeg kunnen vliegen en daardoor de investering niet rendabel kunnen maken. De kostprijs per ha ligt dan ook te hoog om landbouwers over de streep te trekken. Daarom is beslist om deze categorie voorlopig niet op te nemen.
  3. machines uitrusten met geschikte soft- en hardware
    Landbouwers of loonwerkers die op vandaag spot spraying willen uitvoeren met hun spuittoestel kunnen dit soms niet omdat de juiste hard- en software niet aanwezig is in hun toestel. Het gaat dan over een krachtige GPS terminal en softwarelicenties voor spot spraying. We zien dit als één van de bottlenecks waarom spot spraying niet meer toegepast wordt. 
    3.1) GPS terminal: Op het spuittoestel staat een GPS terminal die het signaal moet geven aan de spuitcomputer wanneer een zone op de taakkaart moet gespoten worden. Dit vraagt, voor een plaats specifieke toepassing, extra rekenkracht die niet altijd voorhanden is. Als die spuit moet aangepast worden dan is een nieuwe terminal nodig.
    3.2) Softwarelicenties:  Om doppen afzonderlijk aan te sturen is een softwarelicentie nodig die dit mogelijk maakt. Veel spuittoestellen hebben die licentie niet dus die moet aangekocht worden om de plaats specifieke regeling mogelijk te maken.
  4. 1000 ha plaatsspecifiek spuiten 
    Binnen de looptijd van het project is het de ambitie om in het projectgebied minimaal 1000 ha plaatsspecifiek te behandelen. We bieden elke co-promotor 100ha taakkaarten aan die hij bij zijn klanten gratis kan aanbieden met een maximum van 5 velden per landbouwer. Landbouwer die niet via een co-promotor een taakkaart wil kan maximum 2 velden per landbouwer gratis verkrijgen. Op die manier bieden we de copromotoren een voordeel aan maar blijft het project ruim toegankelijk. Nadat landbouwers geproefd hebben van de gratis taakkaarten zou het nut ervan bewezen moeten zijn en wordt het standaard tarief van Croptic aangerekend voor elke nieuwe taakkaart. 
    Strategisch gezien willen we starten met ‘laagdrempelige’ acties zoals bestrijding van distels, doornappel in aardappel, zwarte nachtschade in wortelen en aardappelopslag. Dit zijn concrete problemen waar landbouwers veel frustratie over hebben. Doordat die problemen pleksgewijs voorkomen is een volleveld bestrijding duur en veroorzaakt die remming aan het gewas. Manueel verwijderen kost dan weer heel veel manuren. In een tweede fase willen we verder gaan en bestrijding van onkruiden in 2-4 bladstadium aanbieden.
Uitvoering

Diksmuide, Kortemark, Nieuwpoort, Veurne, Vleteren, Houthulst, Lo-Reninge, Koksijde, Panne, Koekelare, Alveringen, Ieper, langemark, Heuvelland, Wervik, Mesen, Poperinge, Zonnebeke

Projectpartners
Inagro, provinciaal extern verzelfstandigd agentschap in privaatrechtelijke vorm, CROPTIC, Boerenbond, ABS, Gheysens, Miguel, Notebaert, Rik, Depotter, Frank
Delen: