We kunnen stellen dat er een algemeen gevoel hangt dat het systeem van industriële broodproductie berust op een onjuiste logica. Een logica die schadelijk is voor mens en planeet. Het is een logica van vervreemding. Het berust op het creëren van barrières tussen mensen en het systeem, en tussen mensen en voeding. Het is een logica van uniformiteit. Het kan niet om met diversiteit. Laat staan om het te promoten. Het is een logica die impliciet aanneemt dat automatisatie synoniem is voor vooruitgang. En dat ‘groter’ onlosmakelijk verbonden is aan ‘beter’.
Bij elke stap, van bodem tot zaadje tot bloem tot brood. Dit systeem ondermijnt de natuurlijke systemen waar we van afhankelijk zijn. Onze gezondheid, zowel fysiek als mentaal. Het weefsel van onze gemeenschappen en de waarde van ons werk..
Maar net zoals deze problemen met elkaar verbonden zijn, zo zijn ook hun oplossingen.
Wereldwijd - en zo ook in België – zien we de eerste stappen van een nieuwe graanbeweging die gebaseerd is op een omkering van het conventionele denken. Een beweging met een andere logica en andere ambities. Die streeft naar diversiteit in plaats van uniformiteit. Van het leven in de bodem tot het microbioom in onze vertering. Van de genetica van onze zaden tot de achtergronden van de mensen die onze broden bakken. Weerbaarheid en veerkracht in plaats van oneindige expansie. Samenwerkingen liever dan competitie. Het werken op menselijke schaal, niet op een industriële schaal.
Als moderne mens praten en denken wij over ons voedselsysteem als iets dat buiten ons bestaat, als iets ‘anders’. Hierdoor verwijderen we ons van het systeem, en als gevolg gaat het systeem voorrang gaat krijgen op onszelf. Het gaat zeggen wat we moeten doen. Maar wij ‘zijn’ het voedselsysteem. Zelfs diegene de er enkel als consument mee in contact staan. Als je brood, pasta of koekjes eet: dan maak je er deel van uit. Het huidige systeem vertelt ons echter het tegenovergestelde. Het moedigt ons aan om passieve gebruikers te zijn, en molenaars en boeren om passieve producenten te zijn.
Dus een beter systeem creëren is het bewegen van passiviteit naar empowerment. Het gaat over het terugwinnen van voedselsoevereiniteit. En dan is de vraag: hoe doen we dat?
Vier jaar geleden zat ik met dezelfde vraag. Mijn antwoord daarop: starten met een eindproduct van deze keten. Dicht bij de consument starten en mezelf voorzien van een sterke financiële basis en daar op verder werken. Ik koos brood; artisanaal desembrood.
In 2021 startte ik met mijn bakkerij KIEM in Mol-Centrum. Ik koos ervoor enkel op zondag open te zijn, waardoor ik de hele werkweek vrij kan houden om het verdere verhaal uit te bouwen. Op een gemiddelde zondag komen ongeveer 120 gezinnen brood bij mij halen, waardoor ik uit een gemiddelde zondag een omzet van €1200 kan halen. Hiervan hou ik netto ongeveer €700 van over (€2800/maand). Het kostte mij ongeveer een jaar om mijn investeringen terug te verdienen. Doordat ik geen gezin heb, geen huurkosten of leningen heb, en er een zeer eenvoudig bestaan op na hou, is dit voldoende om een robuuste financiële basis te leggen voor mezelf en mijn toekomstig project.
Al van meet af aan gebruikte ik de vrije week om mij te verdiepen in het thema. Ik las elke boek dat ik kon vastkrijgen over bodemopbouw, regeneratieve landbouw, genetische diversiteit, technische aspecten van molenstenen, etc.
En om te netwerken,… héél véél netwerken. In die tocht leerde ik de voornaamste spelers op het terrein persoonlijk kennen. Bij uitstek de belangrijkste op Vlaams niveau daarin is Het Traagste Brood in Mechelen. Marc - de eigenaar van deze bakkerij - en ik hebben elkaar gevonden in de grondigheid waarmee we de zaken aanpakken en zijn erg naar elkaar toegegroeid tot op die hoogte dat we elkaars voornaamste partners zijn geworden. Marc werkt ondertussen met een tiental boeren samen, heeft een 200 ton eigen graan in stock en heeft ongeveer 150 oude landrassen in teelt en bezit. In Vlaanderen is dit werkelijk ongezien.
Het staat los van dit dossier (en toch ook niet): Marc en ik zijn het project graanmeter.be gestart. GraanMeters zijn mensen (gezinnen, kinderen, individuen) die thuis op een vierkante meter het meterschap opnemen om een graanvariëteit in leven te houden. Net zoals je bij appels duizenden variëteiten hebt (Jonagold, Boskoop, ….) is dat bij graan ook het geval. En dan verwijs ik niet naar de overkoepelde soorten zoals spelt en durum, maar echt binnen enkel tarwe zijn er tientallen duizenden subsoorten. Appelsoorten zijn goed bewaard omdat een boom tientallen jaren meegaat en er een economische vraag is naar variatie. Maar aan een brood is bijna niet af te leiden welke variëteit tarwe er achter schuilt, en als gevolg gaan er elk jaar duizenden soorten verloren omdat er enkel vraag is naar genetisch verengd materiaal vanuit de industrie. De enige plaats waar de genetisch diverse soorten bewaard zijn, is in diepvriezers van zaadbanken. Dit brengt ons als mens in een veel penibelere situatie dan we beseffen. Dus gaan wij honderden soorten uit zaadbanken halen, deze zelf vermeerderen en vervolgens uitdelen. Velt VZW is bv. helemaal mee, en in januari 2025 mogen we met dit project in hun magazine. De bedoeling is om een uitgebreid Vlaams netwerk te ontwikkelen van GraanMeters.
Terug naar Mol. Twee jaar geleden kocht ik een elektrische steenmolen. Door veelvuldig mee te draaien op andere maalderijen en het in-en-uit leren kennen van mijn eigen opstelling, heb ik de kneepjes van het vak helemaal beet. Vanwege het ontbreken van een voedselveilige omgeving en de afwezigheid van lokale graantelers, heb ik de molen voorlopig nog niet ingezet voor werkelijke productie. (ik had hem al aangekocht om er mee te leren werken). Maar daar komt binnenkort verandering in.
Samen met Vandeboer.be richten we een ruimte in waar korte keten centraal zal staan. De hal gaan we ecologisch verbouwen door o.a. de muren te bepleisteren met leem. Deze activiteit vormt tevens kortelings een gratis workshop.
Mijn doel op zowel korte als lange termijn (en dit is de kern van mijn project) is om zowel B2B (lokale bakkers) als B2C verkoop te kunnen organiseren van vers gemaald meel afkomstig van graan geteeld door lokale boeren die gestimuleerd worden in regeneratieve landbouwpraktijken.
De merknaam waaronder dit verhaal commercieel en inhoudelijk zal verteld is ERFgraan (graan van het erf, maar met genetisch materiaal als erfenis van onze voorouders). Dit staat naar de buitenwereld toe volledig los van mijn bakkerij.
Ondanks dat we in ons Leader gebied met een kleine 100.000 graan-eters zijn, ken ik geen enkele boer die in dit gebied graan teelt voor menselijke consumptie. De verbinding is momenteel totaal zoek. En die gaan we terug leggen!
Veel zaken zoals materialen en principes voor opslag en verwerking, prijszettingen, afspraken met boeren, goede hygiënepraktijken, bakwaardeanalyses, … neem ik (met zijn goedkeuring) over van Marc omdat hij dit al een aantal jaar succesvol toepast. En dit is het leuke aan mijn project. De kennis is bij wijze van spreken reeds geland in de Kempen, nu is het de taak om deze om te zetten in de praktijk.
Voor een grondige kijk op de B2C vermarktbaarheid van mijn product sta ik in nauw contact met de ondernemers van de Ijzerkotmolen. Door de sterke vertrouwensband die we hebben opgebouwd heb ik vrije toegang tot de analyses van hun financieel model. Zij hebben een pragmatische tussenweg in verkoop van biologisch meel/bloem van echte oude landrassen en relatief modernere varianten met verkoopbaardere bakwaardes. Voor mij een lovenswaardig en realistisch model in de omslag naar een echte revival van oude rassen.
De voorkeur op lange termijn is om eerder meer boeren in te zetten (met een kleinere teelt in opp.), dan minder boeren met een groter areaal. Tijdens het LEADER dossier rond de 4 verschillende per jaar, maar op lange termijn de bedoeling voor meer verschillende.
- Gedurende de projectduur min. 5 boeren uit LEADER Kempen-Oost met teelt 1-2ha/boer. Met een focus op een eerlijk prijsmodel.
- Terugbrengen van zaad-soevereiniteit voor lokale boeren.
- Bij twee boeren een regeneratieve aanpak opzetten die bestaat uit:
- gebruik van compostthee om bioactiviteit te stimuleren en pathogen te onderdrukken
- Gebruik van ondergroei witte klaver in combinatie met directzaaimachine - Minstens één bakkerij (startend met die van mezelf) voor 70% van de bloemvoorziening laten bestaan uit lokaal geteeld graan.
- Per jaar ontvangen van 3 middelbare schoolklassen voor een rondleiding in de bakkerij en maalderij (de Hoteschool-afdeling van St. Lutgardis is reeds vragende partij).
- Indien weers- en oogstomstandigheden het toelaten een jaarlijks terugkerend publiek oogstfeest (dit is de enige doelstelling die ik niet garandeer vanwege te afhankelijk van factoren buiten mezelf)
- Uit de beleidsnota platteland Provincie Antwerpen:
7.1 "Er is geen tekort aan detailhandel of supermarkten in onze provincie, al kan het zijn dat er in sommige dorpen heel lokaal wel een tekort is, maar het aantal inwoners is dan te laag om er een rendabel verdienmodel op te enten. Innovatieve oplossingen zijn hier nodig door combinaties met andere functies.”
= Door ERFgraan te enten in de hal waar Vandeboer zijn fysiek deel van het korte keten verhaal zal uitbouwen, deelt het niet enkel in vaste kosten, het creëert door beleving en andere aantrekkingsfactoren een totaal dat krachtiger is dan de som der delen.
7.2 “Extensieve landbouw, geïntegreerde landbouw en biologische landbouw verdienen hun plaats op het platteland. Deze landbouwvormen zijn veelal kleinschaliger en laten zich goed verweven met natuur en zachte recreatie”.
= Het agrarisch bestaan is er op dit moment eentje van 'go big or go home'. Dit project creëert een platform om kleinschalige en extensieve agrarische acties toch een economisch interessant rendement te geven.
7.3 “Voedsel is ook méér dan het nutritionele; het heeft ook een belangrijke maatschappelijke functie. Via hun voedsel maken mensen kennis met het landschap rondom hen en vinden ze terug verbinding met landbouw, de natuur en de seizoenen.”
= ERFgraan zal zich specialiseren en differentiëren in story telling. Via online kanalen (website en sociale media) zal uitgebreid gerapporteerd worden over de acties op het veld. Op verpakkingen zal dan weer (via een QR code of door rechtstreekse vermelding) het verhaal van de boer verteld worden die gelinkt is aan die batch (enkel als omstandigheden het toelaten om voor bakwaardig graan batches niet gemengd moeten worden)
7.4 “De Kempen is gevoelig voor winderosie, door de zanderige bodems. Om zo’n windhozen te vermijden, is het belangrijk om de grond goed af te schermen. Hagen en bomenrijen zorgen ervoor dat de wind in kracht afneemt”
= Ik ben met een boer buiten de Kempen al actief aan het experimenteren met de tussenteelt van een permante bodembedekker en zal de kennis lokaal overdragen. - Vanzelfsprekend is dit geen project dat zich enkel zal beperken tot de tijdgrenzen van een LEADER-dossier. Niet van tijdelijke aard dus, maar een project dat een duurzaam en lange-termijn antwoord zal bieden op een concrete nood.
- Ik ga bewust geen engagement aan rond jobcreatie.
- Mijn bakkerij heeft geen bio-certificaat omdat ik het verhaal zonder deze licentie aan mijn klanten weet over te brengen door een nauwe band en actieve storytelling. Ook ERFgraan zal zonder certificaat werken zodat dit geen limiterende factor is om niet bio-boeren te betrekken.
- Tijdens de projectduur van het Leader-dossier 20.000 keer de consument een brood laten eten afkomstig van graan geteeld door een lokale boer (dit is werkelijk een realistisch getal).
- Eén van de belangrijkste doelstellingen voor mij persoonlijk is het terugbrengen van sociale relaties tussen de boer en zijn omgeving. Als je op dit moment als boer in de Kempen graan wil telen voor menselijke consumptie dan heb je letterlijk maar één keus: en dan is het laten ophalen van de granen door een anonieme vrachtwagen tegen een tarief dat tot stand komt onder invloed van internationale speculatie en waar je geen inspraak in krijgt.
Wat een prachtig gevoel moet het een boer geven als hij een gezicht kan plakken op de mensen die brood van zijn graan bakken of eten. Wat een compleet ander gevoel van voldoening en waardering voor het harde werk. - Spelt is een graan waar nog een pel aan zit na het oogsten. De dichtstbijzijnde pelmachines zijn op dit moment in Tongeren en Geleen (Nederland). Dat is geen realistische afstand. Nochtans zijn deze machines vrij betaalbaar. We moeten in de Kempen op zijn minst één zo'n toestel aanwezig hebben, want het is een teelt waar veel vraag naar is (door o.a. mensen met glutengevoeligheden). Ook de kennis van het pellen gaan we hierdoor naar de Kempen brengen.
Balen
Rurant vzw, Hooibeeksedijk 1
2440 Geel
België