
Copyright: Dries Decorte

Copyright: Dries Decorte
Wat begon als een kleinschalig initiatief met een koelcel en een paar winkels waar voedseloverschotten opgehaald werden, is vandaag uitgegroeid tot een gesmeerd logistiek netwerk dat voedseloverschotten redt van de afvalcontainer en herverdeelt aan wie dit het meeste nodig heeft. Aster Ketels, medeverantwoordelijk van het project 'Foodsavers Westhoek', blikt terug én vooruit. Ze werkt al vier jaar bij DVV Westhoek (streekintercommunale) in het kader van dit project.
Van pionierswerk tot volwaardige werking
Het fundament voor Foodsavers Westhoek werd gelegd door Asters voorgangster. Zij ging in zee met vijf lokale besturen en haalde overschotten op bij enkele grootwarenhuizen. Tijdens de eerste maanden verdeelde het platform ruim vijf ton voedseloverschotten via vier voedselhulporganisaties aan 844 kansarmen.
Het project schakelde over naar een samenwerking met leerwerknemers (sociale tewerkstelling), meer bepaald met maatwerkbedrijven ‘Interwest’ en ‘Groene kans’.
"Toen ik begon, werkten we nog met een beperkt aantal deelnemende winkels", vertelt Aster. “Vandaag rijden onze twee bestelwagens wekelijks meer dan 1000 kilometer langs meer dan vijftien schenkers, verspreid over de hele Westhoek.”
Samenwerking met supermarkten en landbouwers
“Sommige winkels zijn bereid om producten te schenken die zelfs nog enkele dagen houdbaar zijn. We zien het vertrouwen groeien over de jaren heen”, aldus Aster. Naast grootwarenhuizen draagt ook een lokale landbouwer (onder andere aardbeien en prei) zijn steentje bij. “We proberen namelijk zoveel mogelijk actoren te bereiken die zich vroeger in de voedselketen situeren, zoals landbouwers.”
Landbouwers warm maken voor deelname blijkt echter niet vanzelfsprekend. “Er leeft schrik voor papierwerk of tijdsverlies, maar we willen hen net ontzorgen. We hadden gehoopt op meer zuivelproducten via landbouwers, maar dat blijkt moeilijk te zijn.”
Structurele steun dankzij LEADER en lokale besturen
De uitbouw van Foodsavers was mogelijk dankzij een aantal lokale besturen, maar voornamelijk dankzij de financiële steun van LEADER, een maatregel van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. LEADER voorzag vooral in personeelskosten en de leasing van voertuigen - essentieel in de opstartfase. “Zonder die middelen had dit project nooit kunnen bestaan”, zegt Aster stellig.
Na afloop van de LEADER-financiering werd het project voorgelegd aan de gemeenten in de Westhoek. Er stapten toen zeven besturen structureel in. Momenteel zitten we aan 14 van in totaal 17 lokale besturen van de Westhoek. De totale werkingskosten worden nu verdeeld onder hen.
Niet enkel voedsel, maar ook toekomstkansen
De herverdeelde producten gaan via de OCMW ’s van veertien gemeenten naar mensen in armoede. “Ons doel is om elke persoon in armoede een gelijkaardig aanbod te kunnen bieden, ongeacht waar hij of zij woont. Maar we willen verder gaan dan voedsel alleen. Het moet ook een hefboom zijn naar een bredere hulpverlening.”
Bij Foodsavers werken doelgroepmedewerkers in een artikel 60-statuut, mensen die elders moeilijk aan de bak komen. “Voor velen is dit een eerste stap naar de reguliere arbeidsmarkt. Sommigen kunnen na hun werkperiode bij ons doorstromen naar andere jobs. Het geeft hen perspectief.”
Toekomstvisie en uitdagingen
Hoewel de werking goed draait, blijft de toekomst onzeker. “Als er iets stukgaat zoals een koelcel of bestelwagen, zijn we kwetsbaar. We hebben weinig marge”, geeft Aster toe. Ze ziet potentieel voor uitbreiding naar de drie resterende Westhoekgemeenten, maar benadrukt dat het vinden van nieuwe schenkers moeilijk is: “De vijver is niet oneindig groot.”
Toch kijkt ze hoopvol vooruit. “We blijven zoeken naar manieren om logistiek te optimaliseren, onder andere via samenwerkingen op West-Vlaams niveau. En we blijven bouwen aan bewustwording: dat voedsel een tweede leven verdient en dat armoede op het platteland nog te vaak onder de radar blijft.”
Een uitdaging
Het project staat of valt met politieke en gemeentelijke steun. “De uitdaging bestaat erin het stijgende aantal begunstigden genoeg te blijven bevoorraden. Daarom doe ik graag een oproep aan voedselactoren in de Westhoek om (hun overschotten) te schenken. Een andere uitdaging is om de overige drie gemeenten te overhalen om mee in het project te stappen (Langemark-Poelkapelle, Ieper en Heuvelland) en zo nog meer naambekendheid in de regio te creëren.”
Dit LEADER-project werd onder de loep genomen in de ‘evaluatiestudie lokale voedselprojecten’, in opdracht van de Vlaamse Landmaatschappij. We hebben dit rapport beknopt samengevat voor u!